Bij gebrek aan huisgenoten die ook maar enigszins iets om voetbal geven, besluit ik me woensdagavond 11 december jl. te begeven naar de kantine van ons aller DVVA. De beslissende wedstrijd van Ajax tegen AC Milan staat op het programma en dat mag niet gemist worden. Eenmaal in de kantine komen de culinaire hoogstanden van de herenselectie me al tegemoet. Het menu is geheel in thema Italiaans van aard. Waarom geen boerenkool met worst, heren? Dit is de goden verzoeken natuurlijk!

Mijn team is vanavond solidair met me en sluit de training eerder af om in ieder geval nog de tweede helft te zien. Een enkele geblesseerde thuisblijver Whatsappt me dat ze baalt dat Poulsen in de basis staat: “Kut. Poulsen staat in het veld. Hij is zo lame! Hij is een slordige sukkelaar.” De wedstrijd is nog geen 5 minuten oud of ik heb haar al terecht gewezen: “Ik wist dat je dat ging zeggen! Oké, hij is er met zijn hoofd bij, maar niet helemaal.”

Een kwartier later belt m’n vader me. Hij is onderweg naar huis vanaf de tennisles, of het nog de moeite is om de gemiste minuten terug te spoelen. Ja, eigenlijk wel. Maar wat dan gebeurt is belangrijker: ik vertel hem dat Poulsen zojuist uit de wedstrijd geschopt wordt. Op dat moment trekt scheidsrechter Webb de rode kaart: “JAAAA, ROOD!” schreeuw ik in mijn vaders oren. “Oké pap, ik moet nu ophangen en verder kijken!”. Op het moment dat ik ophang, loopt net onze voorzitter voorbij. Ik zeg hem dat het nu toch niet meer mis kan gaan. “Nou, wacht maar, het blijven Italianen”, is zijn reactie. Diep in mij zit nog altijd het 8-jarige meisje dat ontroostbaar was nadat Ajax de Champions-League finale van 1996 van Juventus verloor, dus ik wuif zijn woorden zeer snel weg.

Ajax weet even niet goed wat het aan moet met de overtalsituatie en de eerste helft brengt dan ook niet veel boeiends meer, behalve een Balotelli die met de minuut ergerniswekkender wordt. Op slag van rust komt mijn team van het trainingsveld af en ik overtuig ze snel te gaan douchen, want dit kon wel eens een hele leuke tweede helft worden.

Des te meer biertjes er tijdens de tweede helft op tafel verschijnen, des te minder wordt het vertrouwen in een goede afloop van deze wedstrijd. De Italianen verheffen metselen meer en meer tot kunst en als zelfs coach Allegri meedoet aan tijdrekken en etteren door Denswil de bal uit de handen te slaan bij diens ingooi, beleef ik m’n zoveelste hartritmestoornis van de avond. Elke minuut die verstrijkt maakt mij jaren ouder, iets dat ik ook meermaals vertel aan mijn teamgenoten. Excuus daarvoor dames, ik ben mezelf niet als ik een belangrijke wedstrijd kijk, maar dat wisten jullie eigenlijk ook al door onze eigen zaterdagse Champions League-finales.

Lang verhaal kort, de woorden van de voorzitter blijken bewaarheid te worden en als zelfs mijn held Davy Klaassen een omhaal niet tot doelpunt weet te promoveren, is het dan toch echt gedaan. De kantine stroomt snel leeg en al wat rest is lege bierflesjes en zakjes chips (kom op, ook al ben je teleurgesteld, volgende keer zelf even opruimen, oké?). Ajax heeft er inderdaad alles aan gedaan, maar zoals de volgende dag herhaaldelijk wordt gesteld, heeft het anti-voetbal deze avond gewonnen.

Eenmaal thuisgekomen Whatsapp ik mijn vader dat Ajax nu dan maar de Europa League moet gaan winnen, er zit niks anders op. Mijn vader noemt me een optimist. Vooruit, misschien ook wel, maar ik ben en blijf toch vooral dat 8-jarige meisje dat ontzettend hard moet huilen als haar favoriete team verliest.

A. van Els

Lees ook:
Vrouwenvoetbal is het echte voetbal!

Agenda

  • 6 april Lentekriebelsfeest
  • 20 april Voetbalquiz
  • 25 mei Seizoensafsluiting

Wedstrijdbal

De bal voor de wedstrijd
DVVA H1 - Roda '46 H1
wordt gesponsord door
Daan Waleson en
Thomas Ossenkoppele
Eigenaars van Fysiolution
hoogwaardige & persoonlijke zorg.
www.fysiolution.nl

Title Text

Tweets